Museumblog augustus
Duitsland lijkt, in mijn ogen, vaak koploper wanneer het gaat om de verzorging van hun erfgoed, cultuur en vernieuwende museumarchitectuur.
Zo bracht ik een volledige middag door in het, tot in de puntjes uitgedachte, Centre Charlemagne in Aken, een Walhalla voor mij als programmamaker in musea. Ik keek mijn ogen uit in het LWL Museum of Art and Culture in Munster, herinner ik me het indrukwekkende LVR-Roman Museum in Xanten en het meest recent verwonderde ik me in het National Germanischer Museum.
Zelf vertel ik tijdens architectuurrondleidingen in de Lakenhal, naar aanleiding van de renovatie en restauratie in 2019 van dat museum, over de gezamenlijke excursie van een vroegere museumdirecteur, architect en geldschieter om de nieuwste ontwikkelingen te aanschouwen in Duitsland op het gebied van museumarchitectuur in de vroege twintigste eeuw. En nu, tijdens verschillende Duitse reizen, ervaar ik het met eigen ogen. Prachtig, want ik laaf me graag aan de tempels van cultuur, maar ergens voelt het ook tegelijkertijd scheef wanneer er, rondom de megalomane, marmeren zalen en oprijlanen van architectonische museumprojecten, gebedeld moet worden door vriendelijke Duitse senioren omdat ze anders gewoonweg niet rond kunnen komen.
Bij het bezoek aan het National Germanischer Museum gaf ik buiten mijn waterflesje aan een oude dame die met een speciaal zaklampje de afvalbakken van dichtbij afspeurde naar statiegeld blikjes of flesjes.
Het gebouw vertelt, zoals vele soortgenoten, in deelprojecten de chronologie van de stad, de collectie en zijn verhalen. Een verhaal wat nooit af is. Dat is het mooie aan musea.
Neogotische delen van het gebouw werden rond de eeuwwisseling aan de al bestaande Frauentormauer toegevoegd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en kort daarna werden het gedeelte aan de Kornmarkt en het zogenaamde galeriegebouw van de Duitse architect German Bestelmeyer uit Neurenberg gebouwd.
Na ernstige oorlogsschade uit de Tweede Wereldoorlog zijn er nieuwe gebouwen bijgekomen van de Duitse architect Sep Ruf uit de jaren vijftig en zestig aan de Kornmarkt en later het glazen museumforum met de huidige entreehal, gebouwd in 1993. Ontworpen door de Duitse ME DI UM architectengroep uit Hamburg. De “Straat van de Mensenrechten”, gecreëerd door de Israëlische kunstenaar Dani Karavan, leidt naar de ingang van het museum en legt een groot, zichtbaar accent op de huidige stedelijke ontwikkeling.
De reputatie van Duitsland als grote Europese culturele natie is gebaseerd op bekende namen, een levendige kunstscène en een kosmopolitische diversiteit.
Grote namen als Goethe, Schiller en Thomas Mann in de literatuur of Bach, Beethoven en Brahms in de muziek hebben de reputatie van Duitsland als een belangrijke culturele natie gevestigd. Maar ook de Duitse culturele sector trekt wereldwijd de aandacht met hedendaagse auteurs als Juli Zeh, Carolin Emcke en Navid Kermani of muzikale talenten als Robin Schulz, Zoe Wees en Milky Chance.
Vooral jonge kunstenaars met een migratieachtergrond hebben de afgelopen jaren met hun werk nieuwe perspectieven geopend en daarmee het culturele landschap verrijkt. Een representatief voorbeeld hiervan is het werk in het Maxim Gorki Theater inBerlijn, wiens regisseur Shermin Langhoff de term ‘postmigrantentheater’ bedacht. Er is ook een sterke postmigrantenbeweging in de literatuur, vertegenwoordigd door Nino Haratischwili, Abbas Khider en Saša Stanišić.
Federale traditie
Het federalismein Duitslanddraagt ook bij aan de diversiteit van het culturele landschap .De Bondsrepubliek, opgericht in 1949, en Duitsland, dat sinds 1990 herenigd is, hebben bewust voortgebouwd op federale tradities en de culturele soevereiniteit aan de staten overgedragen. Het resultaat van de structuur, die bestaat uit veel voormalige kleine en middelgrote staten en vrije steden, is onder meer ongeveer 140 stads- en staatstheaters, ongeveer 200 privétheaters en 130 professionele orkesten, waarvan sommige met elkaar verbonden zijn. aan publieke omroepen. Ruim 7.200 musea en tentoonstellingszalen vormen een ongeëvenaard museumlandschap. Er zijn ook wereldwijd erkende culturele evenementen in heel Duitsland, zoals de Berlinale – het Internationale FilmfestivalBerlijn-, deFrankfurter Buchmesse, het Bayreuth Festival of Rock am Ring.
De culturele enCreatieve industrieënis ook een van de meest innovatieve economische sectoren in Duitsland. In 2020 bedroeg hun aandeel in het bruto binnenlands product bijna drie procent. DeFederale regeringwil de culturele en creatieve industrie versterken en heeft financierings- en financieringsmogelijkheden verder ontwikkeld.
Dialoog in prepolitieke ruimtes
Buitenlands cultureel en onderwijsbeleid is van groot belang in Duitsland. Naast de klassieke diplomatie en het buitenlands handelsbeleid is het een centraal onderdeel van het spectrum van het buitenlands beleid. Door de dialoog tussen mensen en het maatschappelijk middenveld wordt uitwisseling in zogenaamde prepolitieke ruimtes mogelijk gemaakt. Dit opent mogelijkheden voor een beter wederzijds begrip. Crises en conflicten kunnen worden bezworen en de basis voor discussie blijft behouden, zelfs in turbulente politieke tijden. Wat bijdraagt aan deze basis voor discussie is het feit dat kunstenaars en cultuurwerkers die in hun thuisland risico lopen, via de beschermingsprogramma’s van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, een toevluchtsoord kunnen vinden in Duitsland of een derde land en hun werk kunnen blijven voortzetten binnen het kader van beurzen. De restauratie en het behoud van belangrijke gebouwen en cultuurschatten over de hele wereld, evenals de promotie van de Duitse taal in het buitenland, zijn ook taken van het buitenlandse culturele en educatieve beleid. Door het bevorderen van vertalingen wil het ministerie van Buitenlandse Zaken er ook voor zorgen dat de culturele diversiteit van Duitsland ook openstaat voor een internationaal publiek.
Diverse benaderingen van
In Duitsland valt cultuur ook onder de bevoegdheden van de deelstaten, maar nog belangrijker is dat het cultuurbudget van de Duitse steden en gemeenten veel groter is dan dat van Vlaanderen. Dat hangt niet alleen samen met bestuurs- en belastingsafspraken, maar is deels historisch bepaald. Honderden jaren lang was Duitsland immers opgedeeld in talrijke kleine vorstendommen, waar elke prins of hertog zijn eigen koninklijk theater of museum wilde hebben. Bovendien kende Duitsland een rijk cultureel erfgoed, en door het “Wirtschaftswunder” (Marshallplan en invoering Duitse mark) kon dat gefinancierd worden. Toch heeft de toenemende neiging tot sparen van de overheid de cultuur niet onberoerd gelaten.
BeantwoordenDoorsturen
Reactie toevoegen
Wiblingen
1 augustus in Luxemburg Museum Archeologie, Geschiedenis en Art. Musee National d'histoire en d'art.
Gratis! Open tot 20u.
Min vijf prehistorie. Video van duidelijke manier waarop voorwerpen gemaakt worden in de steentijd en de materialen die daarbij gebruikt zijn.
Cultuur & Media
Luxemburg 2 musea
Levende culturele natie
Copyright 2013 © All Rights Reserved Foto's: Stadsmuseum Leidschendam-Voorburg (H. de Lorm), Haags Historisch Museum, het Mauritshuis (Ivo Hoekstra) en het Verbond van Verzekeraars